Sociaal-psychologische aanpassing

Socialisatie en sociaalpsychologische aanpassing van een persoon betekent de aanpassing van een persoon aan verschillende factoren die verband houden met de culturele, psychologische en sociale sfeer. In eenvoudige woorden - een persoon moet wennen aan en beginnen te corresponderen met omringende gebeurtenissen en een bepaalde activiteit of omgeving. Twee componenten van dit concept geven aan dat een persoon gedragsmatige (sociale) en persoonlijke (psychologische) aanpassing ondergaat.

Soorten sociaal-psychologische aanpassing

Deze indicator weerspiegelt de vaardigheid om de omringende werkelijkheid adequaat waar te nemen, en toch belichaamt hij de relatie met anderen en verschillende vermogens . Tijdens aanpassing is een persoon een object dat de bestaande normen en tradities in de samenleving waarneemt, accepteert en er rekening mee houdt.

Sociaal-psychologische aanpassing van het individu kan positief zijn, dat wil zeggen, het stelt een persoon in staat om succesvol te wennen aan de sociale omgeving, evenals negatief, wat leidt tot onvoldoende socialisatie. Het aanpassingsproces kan zowel vrijwillig als verplicht plaatsvinden. Meestal worden drie hoofdfasen onderscheiden: vertrouwdmaking, oriëntatie en zelfbevestiging.

Er zijn veel verschillende opvattingen over het probleem van sociaal-psychologische aanpassing, maar hun analyse heeft tot enkele belangrijke conclusies geleid. De basis van dit concept is de relatie tussen persoonlijkheid en sociale omgeving, waarbij wordt geanalyseerd welke de kenmerken van werksystemen kan begrijpen. Een persoon die verslavend is, kan de sociale omgeving beïnvloeden om het te veranderen. Het vermogen om zich rechtstreeks aan te passen, hangt af van de persoonlijke kwaliteiten en persoonlijkheidskenmerken die het potentieel vormen. Het is vermeldenswaard dat hoe hoger de volwassenheid van het individu is, des te groter de kans is om een ​​succesvolle aanpassing te ondergaan.

Criteria voor sociaal-psychologische aanpassing

De indicator kan worden onderverdeeld in twee criteria: objectief en subjectief. De eerste groep omvat de indicator, die het succes aangeeft van leren en werken, de implementatie van de taken en vereisten die zijn ingesteld, evenals de positie van de persoon in het team en de status ervan. Subjectieve criteria omvatten de aanwezigheid van interesse in het eigen werk en het verlangen naar voortdurende ontwikkeling, evenals constructieve interactie met andere mensen en de beschikbaarheid van voldoende zelfrespect.

Tot slot zou ik willen zeggen dat sociale en psychologische aanpassing in de moderne wereld een complexe opleiding is die wordt geassocieerd met individuele persoonlijkheidskenmerken en met een positie in de samenleving.