Didactische spellen in de seniorengroep

De ontwikkeling van baby's van 2-6 jaar oud gebeurt volgens bepaalde wetten, rekening houdend met hun leeftijdsvaardigheden. Als kinderen in 3 jaar meestal basisbegrippen hebben, bijvoorbeeld over kleuren, vormen en geometrische figuren, dan leren ze al op de leeftijd van 5-6 eenvoudige wiskundige handelingen uit te voeren. Didactische spelletjes uitgevoerd door kleuterleiders verschillen ook afhankelijk van de vaardigheden en capaciteiten van de kinderen.

Didactische spelletjes in de kleuterklas

Deze klassen trainen in een spelvorm, wanneer kinderen volgens een vooraf ingesteld scenario bepaalde acties moeten uitvoeren. In feite is dit een soort actief leren, wat goed is omdat kinderen het als een leuk spel ervaren. Het is gebaseerd op de situatie die de leraar beschrijft aan de kinderen en nodigt hen vervolgens uit om te spelen. Dientengevolge leren studenten verschillende concepten, breiden hun horizon uit, ontwikkelen aandacht, leren denken en analyseren.

Voor didactische spellen in de oudere groep wordt vaak visueel materiaal uit het docentenbestand gebruikt. Dit zijn kaarten met kleurrijke afbeeldingen afgebeeld op hen (bijvoorbeeld een appel, een paraplu, een gitaar, een brandweerman, enz.). Naast het kaartbestand kunt u muziekinstrumenten, sportuitrusting (ballen, hoepels, springtouwen) en allerlei geïmproviseerde gereedschappen gebruiken.

Voorbeelden van didactische spellen in de oudere groep

Meestal worden spellen over het onderwerp beroepen, seizoenen, wiskunde, maar ook muzikale en didactische spellen gehouden in de senioren en voorbereidende groep. Hier zijn enkele voorbeelden van dergelijke activiteiten.

  1. Een spel voor de ontwikkeling van auditieve aandacht. Je hebt maximaal 10 items nodig die verschillende geluiden produceren: een fluit, een trommel, een boek, houten lepels, glazen glazen met water, enz. De opvoeder loopt achter het scherm en speelt een minuut lang geluiden: ruisend over de pagina's van het boek, kloppend met lepels, stromend water. Aan het einde van de kinderen moeten de woorden op hun beurt opnieuw vertellen welke geluiden ze hoorden (bij voorkeur in volgorde). Naast horen, is dit didactische spel gericht op het uitbreiden van het vocabulaire van kinderen.
  2. Het spel "Geometrie voor peuters". Kinderen krijgen kleurrijke stokken van verschillende lengtes en er wordt gesuggereerd dat ze in geometrische figuren worden gevouwen. Voor de studenten van de voorbereidende groep kun je de taak compliceren: bijvoorbeeld om een ​​groot of klein vierkant, een blauwe of gele diamant, een driehoek binnen de rechthoek te vouwen.
  3. Een spel voor de ontwikkeling van visueel geheugen. De visuele omgeving zal dienen als visuele hulpmiddelen. Kinderen in volgorde van prioriteit moeten de naam krijgen van evenveel items van dezelfde grootte (vorm, kleur). Bijvoorbeeld, Misha zou rondom zichzelf een maximum aan blauwe dingen moeten zien, Kolya - rond, etc. Dit didactische spel is handig omdat het zowel in het pand van de groep als tijdens een wandeling kan worden gehouden.
  4. Het spel "Soorten beroepen." Kinderen zouden het beroep moeten noemen aan de hand van de gebruikte instrumenten (pan, spuit, brandslang, wijzer, enz.), Die op kaarten worden getrokken.
  5. Didactisch spel "Winkelen". Het heeft veel variaties: een speelgoedwinkel, borden, eten, etc. Deze les is gericht op het ontwikkelen van woordenschat, aandacht en vindingrijkheid. Alle kinderen worden in paren verdeeld en elk kind wordt op zijn beurt door de koper benoemd. Wanneer hij naar de "winkel" komt, vraagt ​​hij hem om een ​​bepaald product te verkopen, zonder hem te noemen. Bijvoorbeeld: rood, rossig, sappig, knapperig (appel). Dit item moet op de kaart worden getekend. De verkoper moet op zijn beurt raden en "verkopen".

Ook in de seniorengroep kun je andere didactische spelletjes doen die gericht zijn op de kennismaking met specifieke beroepen. Hiervoor wordt ook het kaartbestand actief gebruikt: volgens het beeld van de eindproducten van arbeid (kleding, brood) raden kinderen over de beroepen van de mensen die deze dingen hebben gemaakt (kleermaker, bakker).