Psychologische stabiliteit

Er zijn mensen die schijnbaar niet boos kunnen worden. We benijden hen en geloven dat ze zo zijn geboren, ze hadden gewoon geluk. In feite is psychologische stabiliteit in geen geval een aangeboren kenmerk van een persoon.

Wat is psychologische stabiliteit?

De term psychologische stabiliteit van het individu in de psychologie zelf impliceert het vermogen om een ​​optimaal functioneren van de psyche te handhaven in veranderende omstandigheden, onder stress. Deze eigenschap van persoonlijkheid wordt niet genetisch overgebracht, maar ontwikkelt zich samen met de vorming van persoonlijkheid.

Psychologische en emotionele stabiliteit hangt af van het type zenuwstelsel (dat aangeboren is), van de levenservaring van een persoon, van vaardigheden, het niveau van professionele training, het vermogen om zich in de maatschappij te gedragen, het soort activiteit, enz. Dat wil zeggen, we kunnen samenvatten dat een (misschien wel doorslaggevende) factor aangeboren is. Dit is een soort nerveuze activiteit. Maar al het andere is van onszelf afhankelijk. Immers, een persoon die meer dan één probleem heeft geleerd en gewonnen, zal veel stabieler zijn dan degene die opgroeide in "broeikasomstandigheden". Hetzelfde geldt voor de achterkant van de medaille: als er te veel stress in het leven van een persoon was, worden zijn zenuwen gewoon geschud en reageert hij acuut op elk detail.

Psychische stabiliteit garandeert echter geen stabiliteit van alles in de wereld. Dit is geen stabiliteit, de stabiliteit van het zenuwstelsel, namelijk flexibiliteit. Het belangrijkste kenmerk van psychologische weerstand tegen stress is de mobiliteit van de psyche in de overgang van de ene taak naar de andere.

Hoe de psychologische stabiliteit te vergroten?

Als we het type zenuwactiviteit niet kunnen veranderen, kunnen we al het andere beïnvloeden. We kunnen de wereld niet veranderen, we veranderen de houding ten opzichte van wat er gebeurt.

Dus, we zullen beginnen met de ontwikkeling van psychologische stabiliteit van de allerkleinsten. Je bent bijvoorbeeld beledigd, je voelt schaamte, woede, vernedering, etc. Je kunt het feit niet veranderen wat er is gebeurd, maar je kunt je reactie veranderen, wat in feite verontrustend is. Let op: u wordt niet geïrriteerd elke keer als er een blaffende hond voorbij komt. Je kunt het ook doen met een belediging. Gooi het gewoon uit je hoofd.

Om psychologische stabiliteit te vergroten, is het noodzakelijk om allereerst comfortabele omstandigheden te creëren voor het leven, om niet voor niets en op gelijke voet geïrriteerd te raken. Als je langzaam van aard bent (en dit is een aangeboren soort van nerveuze activiteit, er is niets aan te doen), dan moet je iemands leven opbouwen, zodat erin er was zo min mogelijk haast en drukte mogelijk.

Ten tweede is het rust voor het zenuwstelsel. Het helpt goed om buiten de stad te blijven, in de natuur. Als je zenuwstelsel uitgerust is, zal het stabieler zijn in het aangezicht van stress.

En ten derde, als stress voortkomt uit de voortdurende tegenstelling van verlangens (noodzaak) en principes, moet men ofwel de principes herzien om aan hun verlangens te voldoen, of de noodzaak dat ze niet in tegenspraak zijn met principes. Als u bijvoorbeeld iets op het werk moet doen dat uw moraal walgt, overweeg dan om het type activiteit te veranderen.