Antiretrovirale therapie

HIV en AIDS zijn ongeneeslijke ziekten, maar hun progressie kan worden vertraagd door levenslange toelating van speciale medicijnen. Gecombineerde antiretrovirale therapie omvat het gebruik van drie of vier geneesmiddelen, afhankelijk van het stadium van de ziekte en de door de arts voorgeschreven dosering.

Hoe werkt antiretrovirale therapie?

Het immunodeficiëntievirus heeft een hoge mutageniciteit. Dit betekent dat het zeer resistent is tegen verschillende schadelijke effecten en in staat is zijn RNA te veranderen, waardoor nieuwe levensvatbare mutaties worden gevormd. Deze eigenschap compliceert de behandeling van HIV en AIDS aanzienlijk, omdat pathogene cellen zich zeer snel aanpassen aan de ingenomen medicijnen.

Antiretrovirale therapie is een combinatie van 3-4 verschillende medicijnen, die elk een speciaal werkingsprincipe hebben. Het gebruik van meerdere geneesmiddelen zorgt dus voor onderdrukking van niet alleen het hoofdtype van het virus, maar ook van alle mutaties die tijdens de ontwikkeling van de ziekte zijn gevormd.

Wanneer wordt antiretrovirale therapie voorgeschreven?

Hoe eerder de behandeling van een HIV-infectie begint, hoe beter het is natuurlijk om de progressie van het virus te stoppen, de kwaliteit en levensverwachting van de patiënt te verbeteren. Aangezien de vroege symptomen van de ziekte meestal onopgemerkt blijven, wordt antiretrovirale therapie ongeveer 5-6 jaar na infectie voorgeschreven, in zeldzame gevallen wordt deze periode verlengd tot 10 jaar.

Geneesmiddelen met zeer actieve antiretrovirale therapie

Medicijnen zijn onderverdeeld in klassen:

1. Remmers van reverse transcriptase (nucleoside):

2. Niet-nucleoside reverse transcriptase-remmers:

3. Proteaseremmers:

Fusie-inhibitoren behoren tot de nieuwste klasse geneesmiddelen voor actieve antiretrovirale therapie. Tot nu toe is slechts één bekend medicijn Fuzeon of Enfuvirtide.

Bijwerkingen van antiretrovirale therapie

Niet-gevaarlijke negatieve effecten:

Ernstige effecten: