Heupdysplasie bij pasgeborenen

Dysplasie is een aangeboren ziekte die wordt gekenmerkt door onderontwikkeling of afwijking van de ontwikkeling van gewrichten en bindweefsels.

Bindweefseldysplasie

Dysplasie van bindweefsel bij kinderen is gebruikelijk en wordt in de regel overgeërfd. De reden is het optreden van een mutatie in de synthese van collageen, een eiwit dat deel uitmaakt van het bindweefsel. Het belangrijkste externe kenmerk is de overmatige flexibiliteit van de gewrichten. Dysplasie van bindweefsel kan ernstige ziekten van verschillende organen veroorzaken, maar in de eerste plaats lijden het gezichtsvermogen en de wervelkolom. Congenitale dysplasie bij pasgeborenen kan niet onmiddellijk verschijnen, maar als een van de ouders of familieleden deze ziekte heeft, moet het kind worden onderzocht. Diagnostiek en behandeling van bindweefseldysplasie moeten via genetica worden behandeld.

Dysplasie van de heupgewrichten (TBS) bij kinderen

Dysplasie van de gewrichten treedt op bij 20% van de kinderen. Heupdysplasie, geopenbaard in de eerste levensmaanden, leent zich voor een snelle behandeling, maar als de ziekte niet op tijd wordt gedetecteerd, zal dit het resultaat en de duur van de behandeling negatief beïnvloeden. Dysplasie van TBS bij kinderen kan door een aantal factoren worden veroorzaakt. Genetische aanleg, de invloed van externe factoren, het gebruik van schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap kan ziekte veroorzaken. Maar meestal komt heupdysplasie voor bij pasgeborenen die in stuitligging zijn geboren. Dit komt door een verminderde mobiliteit in deze positie en bijgevolg een schending van de ontwikkeling van het gewricht. Om afwijkingen in de tijd te detecteren en passende maatregelen te treffen, wordt aanbevolen om na de geboorte van het kind een controle uit te voeren. Het teken van heupdysplasie bij pasgeborenen is in de eerste plaats een schending van gewrichtsmobiliteit. Ook wordt soms asymmetrie van de huidplooien in het dijgebied waargenomen. Als het ene been korter is dan het andere, wijst dit op een ernstige verstoring van de ontwikkeling van het gewricht. Een dergelijke stoornis kan zowel aangeboren zijn als een gevolg van de progressie van lichtere vormen van dysplasie. Bij elke verdenking van dysplasie is een speciaal onderzoek vereist. Baby's tot 6 maanden krijgen een echografie van de heupgewrichten toegewezen, waardoor u de aanwezigheid en mate van verstoringen kunt zien. Na 6 maanden kan een röntgenonderzoek vereist zijn om meer gedetailleerde informatie te verkrijgen.

Hoe dysplasie bij pasgeborenen en oudere kinderen moet worden behandeld, kan de specialist alleen bepalen op basis van de resultaten van de enquête. Ondanks de algemene principes van gewrichtsvervanging, op verschillende leeftijden en met verschillende aandoeningen, kunnen de behandelingsmethoden verschillen. Dysplasie van de heupgewrichten bij pasgeborenen wordt sneller behandeld en een andere benadering is vereist voor de behandeling, omdat de gewrichten nog niet zijn gevormd. Voor de behandeling van dysplasie bij oudere kinderen kan een complexere behandeling nodig zijn, en in complexe vormen en operaties. Voor de behandeling van dysplasie wordt een functionele methode gebruikt om gewrichten te herstellen. Er worden speciale banden gebruikt die de benen van de baby in de juiste positie fixeren. Daarnaast worden verschillende fysiotherapie en therapeutische massage voorgeschreven. Een belangrijke rol bij de behandeling van dysplasie wordt gespeeld door gymnastiek, die de ontwikkeling van het gewricht en het behoud van zijn mobiliteit bevordert. Wanneer dysplasie bij zuigelingen wordt aanbevolen een brede inbakering, waarbij de benen van de baby zich in een matige verdunning bevinden, aanbevolen voor schendingen in de ontwikkeling van gewrichten. Met een milde vorm van dysplasie en een tijdige diagnose voor behandeling duurt dit 3 tot 6 maanden, in andere gevallen kan het 1,5 jaar of langer duren.

Het succes van de behandeling hangt van veel factoren af. Ouders zouden een goede specialist moeten vinden die in staat zal zijn de juiste diagnose te stellen en correct advies te geven over de behandeling. Ouders moeten ook in staat zijn om goed voor de baby te zorgen, te weten wat is toegestaan ​​en in welke situaties u voorzichtig moet zijn. Dysplasie is geen zin, maar met de verkeerde acties kan het de levenskwaliteit van het kind aanzienlijk verslechteren.